In gesprek met Paul Stavert van Powerhouse Company over KJ Den Haag

In gesprek met Paul Stavert van Powerhouse Company

Haagse elegantie in eyeline en skyline

Koningin Julianaplein is nu vooral een functioneel vervoersplein, waar de nieuwe stad zich in de afgelopen decennia als het ware omheen heeft gevouwen met indrukwekkende iconen zoals New Babylon, de ministeriële grootheden en het brute Stichthage.

Aan Powerhouse Company de vraag om de leemte in het midden, vlak voor Centraal Station, op te vullen met een elegant, Haags ontwerp voor een woongebouw én welkomstplein van CS naar de Koekamp en de stad.

Paul Stavert van Powerhouse Company - Ambassadeurs - KJ Den Haag
Paul Stavert
Powerhouse Company

Wat maakt het ontwerp voor KJ Den Haag nou typisch Haags?

Architect Paul Stavert van Powerhouse: ‘Een typisch Haags gebouw heeft natuurlijk iets statigs. Om iets statigs te ontwerpen kun je gebruik maken van bepaalde karakteristieken, noem het architectonisch gereedschap. De gevel van KJ is bijvoorbeeld heel verticaal, wat de hoogte, de zichtbaarheid en aanwezigheid van het gebouw benadrukt. Daarbij staat het gebouw los van de grond, een beetje verheven, op poten als het ware, op die mooi vormgegeven plint met zijn golvende rand. En de torens hebben een kroon, wat je veel terugziet in andere iconische gebouwen in grote wereldsteden. Daarbij is de gevel van het gebouw opgebouwd uit prefab cannelures, dat een chique uitstraling heeft.’

Paul Stavert - Groene Vallei - KJ Den Haag

Statig Haags ontwerp

‘Het zijn hele traditionele ontwerp-elementen die maken dat een gebouw iets statigs krijgt, uiteraard heel modern vormgeven in het ontwerp voor KJ. Om die statigheid te linken aan Den Haag zijn er in het ontwerp allerlei referenties gemaakt naar typisch Haagse karakteristieken. Zo verwijzen de golvende bewegingen in het houten plafond van de stadshal en de overkapping richting het plein, evenals en de aftrappende vallei tussen de twee torens, naar het duinlandschap van Scheveningen. En komen de wetsteksten voor de rechten voor de mens in het golvende plafond van de stadshal, in de vorm van een wereldkaart. Die vormtaal zorgt ervoor, dat dit gebouw nergens anders had kunnen staan dan hier, in Den Haag. Dat dat mooie houten plafond er nu ook echt komt, na alle technische hobbels die we moesten oplossen, is echt waanzinnig.’

Eyeline en skyline aanhelen

Hoe KJ Den Haag en de nieuwe stadshal de stad aanhelen, legt Paul als volgt uit: ‘We doen dat zowel op ooghoogte als op nok-hoogte: KJ verbindt de eyeline en de skyline van de stad. We maken de eyeline af en interessant door die karakteristieke, golvende beweging die van binnen doorloopt naar buiten, in de overkapping van CS richting het plein. We maken de skyline af en verhullen de betonnen kolos daarachter met twee elegante torens. KJ vult het gat tussen de andere grote gebouwen op een verfijnde manier. Een manier die past bij de menselijke maat die je hier nodig hebt. Het wordt een ontspannen entreegebied richting het plein en het park. Het nodigt uit om te vertragen of zelfs even je rust te nemen. Je wilt niet hard doorrazen naar je volgende bestemming. Dat gevoel van even stil willen staan, is écht nieuw op deze plek. In verhouding tot de omliggende gebouwen is KJ overigens bescheiden. Ik was laatst bij een maquette van Den Haag, waarin je dat goed terugzag: het lijkt een groot gebouw, maar het is relatief gezien een ingetogen en gevoelig pand, met veel oog voor detail.’

Paul Stavert - KJ Den Haag

In elkaar overlopende ruimtes

Het landschap en het park zo dicht mogelijk naar het gebouw laten komen en omgekeerd, de overgang van het gebouw naar de Koekamp zo natuurlijk mogelijk laten verlopen, rekening houden met rust en drukte: het was een flinke puzzel. Paul: ‘Het KJ plein is weliswaar ontworpen als een verblijfsplein, met veel mooie voorzieningen, maar het is er natuurlijk nog steeds druk. Er moeten elke dag heel veel mensen overheen. Dat moest dus zeer zorgvuldig bedacht en ontworpen worden. In het plein heeft Delva landscape architects groene eilanden bedacht, die de overgang naar het park als het ware begeleiden en omgekeerd. Ze loodsen je vanuit het park langzaam weer de stad in. De gebouwgrens is vanuit de gevel vrij hard, maar als je straks van binnen naar buiten wandelt, ga je eigenlijk heel vloeiend van de ene ruimte naar de andere. Het wordt langzaam steeds groener en dan opeens sta je al in het park.’

Elk appartement anders

Waar de twee elegante woontorens fungeren als verbindende ‘opmaat’ naar de imposante hoogbouw rondom KJ Den Haag, maakt de groene vallei daar tussenin juist verbinding met het park en de aarde. Bijkomend voordeel, aldus Paul: ‘In de vallei hebben we veel appartementen kunnen maken met grote dakterrassen. Een groot dakterras midden in de stad, hoe fijn is dat. Omdat de slanke torens niet vierkant zijn ontworpen, maar met een hoekje eruit, hebben de appartementen in de torens veel extra hoeken. Die extra hoeken zorgen voor meer glas én uitzicht. Door het vertrappen van het gebouw in de vallei en die bijzondere, niet-vierkante vorm van de torens, ontstaan er allerlei bijzondere plekken die het gebouw zijn verfijning geven.’

Paul Stavert - Stadsentree - KJ Den Haag

Aandacht voor kwaliteit

Paul: ‘Door de extra aandacht voor inpassing in de context én een optimale woonkwaliteit voor iedereen is bijna elk appartement anders. Dat heeft veel aandacht gekost, maar het levert ook extra kwaliteit op. Niet alleen de penthouses en de hoger gelegen appartementen zijn heel bijzonder: álle appartementen in het gebouw hebben unieke kwaliteiten. Omdat ze meer glas hebben dan een gebruikelijk appartement of omdat ze een bijzonder groot dakterras hebben. Of, zoals aan de Stichthage-kant: omdat een unieke split-level typologie ervoor zorgt dat je als bewoner áltijd je woonkamer hebt aan de mooiste kant van het gebouw: aan de parkkant.’